Wijziging Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden
Vorig jaar stelde het Rijk de “Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden” open. Daarmee stelde het Rijk 95 miljoen euro subsidie beschikbaar aan de provincies die daarmee op hun beurt gericht veehouderijen kon uitkopen nabij Natura2000-gebieden. Niet elke provincie kreeg daarbij evenveel subsidie, er was hier een verdeelsleutel voor bedacht. De regeling blijkt in de praktijk niet overal even succesvol en daarom heeft demissionair minister Schouten besloten de regeling aan te passen.
Meer geld beschikbaar
Ten eerste wordt meer geld beschikbaar gesteld: de 133,3 miljoen euro onbenutte subsidies uit de warme sanering varkenshouderij wordt toegevoegd aan de eerder beschikbaar gestelde subsidie van 95 miljoen, daardoor is nu 228,3 miljoen euro beschikbaar. Ook hiervoor geldt een verdeelsleutel per provincie. Zo krijgt bijvoorbeeld Brabant meer toebedeeld dan Friesland.
Aanpassing voorwaarden
De provincie zal via een gebiedsplan bepalen welke veehouderijen in hun ogen in aanmerking komen voor eventuele opkoop. De opkoop is vrijwillig. Ten opzichte van de oorspronkelijke regeling, waarbij alleen de gebouwen vergoed werden, mogen nu ook gronden vergoed worden. Bedrijven die binnen 10 kilometer van Natura2000 gebieden liggen en een invloed van meer dan 2 mol stikstofdepositie per hectare per jaar (op een groot deel van het gebied) hebben komen in aanmerking. Het gaat dus echt om de piekbelasters: bedrijven met veel ammoniakemissie op korte afstand van Natura2000.
Om dit te berekenen wordt gebruik gemaakt van de Aankoop-Calculator, deze rekenmodule is enkel voor de overheid beschikbaar en is dus niet openbaar beschikbaar om te gebruiken. Met de regeling wordt beoogd dat de veehouderij wordt gestaakt en niet (elders) wordt voortgezet. De veehouder krijgt ook het zogeheten beroepsverbod, hij mag dus niet elders een andere veehouderij gaan runnen. De vergoeding wordt gegeven voor het vervallen van de productierechten, de bedrijfsmiddelen en -gebouwen, landbouwgrond en/of de sloop van gebouwen. Voor veehouderijen zonder productierechten (vleeskalveren, vleesvee, geiten, etc) gold een maximum vergoeding van 125.000 euro per mol stikstofdepositie, dat is verhoogd naar 250.000 euro. Het plafond stond blijkbaar in de weg aan de aantrekkelijkheid van de regeling.
Hoe verder?
De provincies zijn aan zet, zij moeten via gebiedsvisies aantonen waar de knelpunten zitten. Per provincie zullen regelingen opengesteld worden, deze regelingen kunnen verschillen van elkaar.