Minister Van der Wal praat Tweede kamer bij

Afgelopen vrijdag zond de minister voor Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal, een brief aan de Tweede Kamer. Het mag algemeen bekend zijn dat stikstof op dit moment een veelbesproken onderwerp is. Door jarenlang falend stikstofbeleid voelt het alsof we inmiddels in een moeras terecht zijn gekomen.

De brief van Van der Wal gaat in op alle stikstofperikelen die op dit moment spelen en geeft een doorkijk naar nog te vormen beleid op dit onderwerp. Hieronder gaan wij in op de belangrijkste elementen uit de (lange) brief.

Legalisatie PAS-melders

De brief is doordrenkt met de belofte van het Rijk om de PAS-melders te legaliseren. De te nemen maatregelen zijn erop gericht om die PAS-melders te kunnen voorzien van een vergunning.

Interimmers

Hoewel Remkes in zijn rapport ook voordraagt om de interimmers te legaliseren, wordt daar met geen woord over gerept in deze kamerbrief van Van der Wal.

Piekbelasters

De brief bevat nog geen definitie voor wat nu een piekbelaster is. Die definitie zal in januari 2023 bekend worden gemaakt.

Vrijwillige stoppersregeling

Volgens het adviesrapport van Remkes zou het wegnemen van 500-600 piekbelasters voldoende moeten zijn om een grote stap te kunnen zetten als het gaat om natuurherstel. In april 2023 wil het Rijk daarom een regeling openzetten die 2.000 tot 3.000 piekbelasters de mogelijkheid geeft om vrijwillig te stoppen. De regeling ziet er qua opzet vergelijkbaar uit met de eerder dit jaar gepresenteerde Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv), maar dan ruimhartiger, daarom wordt de regeling “Lbv+” genoemd. Naar verluidt moet dit het best mogelijke aanbod zijn dat een ondernemer kan krijgen (wat binnen de grenzen van de mogelijkheden van het Rijk ligt zonder dat het wordt aangemerkt als staatssteun). De gewone Lbv, waar ook veehouders aan mee kunnen doen die niet als piekbelaster worden beschouwd, gaat ook rond april 2023 open. In het najaar 2023 wordt geëvalueerd of de vrijwillige opkoop het gewenste resultaat lijkt op te leveren. Zo niet, dan zal men overgaan tot een verplicht “instrumentarium”.

Innovatie en verplaatsing

Het meest in het oog springend op dit moment is natuurlijk de opkoopregeling, dat is het eerste wat we feitelijk gaan zien. Daarnaast werkt de minister echter aan stimulerings- en subsidieregelingen om innovatie, extensivering en verplaatsing mogelijk te maken voor zowel landbouw als industrie.

Intern salderen wordt weer vergunningplichtig

Sinds januari 2021 is intern salderen niet meer vergunningplichtig. Als in de nieuwe situatie de stikstofdepositie niet hoger is dan in de vergunde situatie, dan hoeft daar op dit moment geen vergunning voor aangevraagd te worden. Voor veel ondernemers vragen we echter wel die vergunning aan, de provincies handelen die aanvragen vervolgens af via een zogeheten “positieve weigering”. De oude natuurvergunning blijft dan leidend. Dit zorgt voor veel onduidelijkheid en bovendien kan er niet goed genoeg gehandhaafd worden. Daarom wil de minister intern salderen vanaf 1 januari 2024 weer vergunningplichtig maken. Er zal overgangsrecht komen voor bedrijven die tussen januari 2021 en januari 2024 intern hebben gesaldeerd.

Stikstof en grond eerst aanbieden aan het Rijk en/of provincie?

De alinea in de brief van de minister die hierover gaat is niet heel duidelijk: Het kabinet kijkt samen met de provincies naar de mogelijkheid om sturing te geven aan de inzet van stikstofruimte bij extern salderen. Dat zou kunnen inhouden dat een stikstoftransactie eerst moet worden aangemeld, of dat stikstof mogelijk eerst moet worden aangeboden aan het Rijk of de provincie. Men beoogt er in ieder geval mee de concurrentie (en dus de prijs) te beperken. Daarnaast verkent het kabinet de mogelijkheden om een voorkeursrecht te kunnen leggen op grond met een agrarische functie om ook daarmee speculatie tegen te gaan.

Latente ruimte

Latente ruimte is dat deel van de vergunning wat niet gebruikt wordt. De brief bevat geen definitie van wat onder latente ruimte verstaan zal gaan worden en er wordt niet gesproken over referentiedata (wat niet uitsluit dat deze alsnog komen, of reeds geweest zijn). Feit is dat het kabinet wat met latente ruimte wil gaan doen. Daarbij spreken ze over dat “bedrijfsmatige ruimte” behouden dient te worden, dus als wisseling van de stikstofemissie onderdeel is van de gangbare bedrijfsvoering dan kan die niet aangetast worden. Echter wil men andere onbenutte ruimte “buiten gebruik stellen”. Dat zal niet van rechtswege gebeuren, maar op het moment dat er aanpassingen aan het bedrijf worden doorgevoerd en daarvoor een vergunning wordt aangevraagd.

Realisatietermijn

Om te voorkomen dat, na vergunningverlening, ongebruikte stikstofruimte tot in lengte van jaren boven de markt blijft hangen wil men een realisatietermijn introduceren. Dat geeft de provincies de mogelijkheid om na die termijn de latente ruimte alsnog in te trekken. Het lijkt erop dat deze termijn 3 jaar wordt (feitelijk kennen we deze termijn al in het geval er nu extern gesaldeerd wordt).

Afroompercentage omhoog

Op dit moment geldt er bij extern salderen een afroompercentage van 30%, het kabinet wil dit verhogen naar 40%. Voor projecten die op termijn bijdragen aan emissiereductie onderzoekt men of het afromingspercentage naar 20% kan.

Rav-factoren

Voor vergunningverlening is al decennialang de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) maatgevend en verplicht als het gaat om het berekenen van de ammoniakemissies (= stikstof). De Rav is dan ook verwerkt in het rekenmodel AERIUS. Dit rekenmodel moet gebruikt worden om stikstofberekeningen mee te maken. In de milieuwetgeving is de Rav ingevlochten: bij aanvragen móet worden uitgegaan van de factoren zoals die in de Rav staan weergegeven. In de Wet natuurbescherming is de Rav niet ingevlochten. De Rav wordt bij aanvragen en vergunningverlening gebruikt, omdat dit het meest voor de hand ligt. De Raad van State heeft afgelopen jaar enkele keren kritisch gereageerd op de factoren die opgenomen zijn in de Rav, specifiek voor wat betreft drie emissiearme vloeren voor melkvee. Er zijn onderzoeken bekend die twijfelen aan de emissiefactoren die in de Rav staan en als er twijfel over de factoren bestaat dan kan er niet met de nodige zekerheid gezegd worden dat de natuur er niet op achteruit gaat (het criterium uit de Wet natuurbescherming). Mogelijk zal dit de vergunningverlening in de komende tijd bemoeilijken. Er wordt op dit moment gewerkt aan een handreiking waaruit blijkt wat er op het moment mogelijk is. Die handreiking moet medio 2023 gereed zijn. Het kabinet wil verder (op middellange en lange termijn) inzetten op het verbeteren van innovaties én men wil inzetten op het realtime gaan meten van stikstof.

Beweiden en bemesten

Het kabinet geeft aan dat beweiden en bemesten vergunningvrij is (dat zegt men omdat de Raad van State dat ook vindt). Dat is het geval als het bestemmingsplan beweiden en bemesten toestond op het moment dat een Natura2000 gebied werd aangewezen.

Actualisatie AERIUS

Vorige week dinsdag, 22 november, zou rekenmodel AERIUS geactualiseerd worden. Een dergelijke actualisatie vindt jaarlijks of twee keer per jaar plaats. De update heeft nu niet plaatsgevonden. Dit naar aanleiding van rekenfouten van het RIVM. Naar aanleiding van een WOO verzoek naar de top 100 ammoniakuitstoters hebben wij via onze klanten informatie ontvangen waaruit blijkt hoe de RIVM berekeningen heeft gemaakt voor die lijst. Daarin troffen wij rekenfouten aan, die we vervolgens bekend hebben gemaakt bij het ministerie. Minister van der Wal heeft erkend dat het RIVM fouten heeft gemaakt en heeft hiervoor excuses aangeboden. Aangezien de rekenmethodes ook een relatie hebben met hoe AERIUS stikstofberekeningen maakt is besloten om de update uit te stellen. De actualisatie staat nu gepland voor de week van 24 januari 2023. Met deze actualisatie worden ook de kaarten in AERIUS aangepast/bijgewerkt.

Heeft u vragen over uw specifieke situatie? Neemt u dan gerust contact op met een van onze adviseurs. Wij helpen u graag verder.

Contact

Meer nieuws